Casper en Christine Quist wonen sinds 2001 in het mooie Brabant. In 2016 kochten zij een monumentaal pand in Sprang-Capelle, dat op dat moment in zeer slechte staat was. Er volgden vijftien lange maanden verbouwen. Maar met een fantastisch resultaat! We vroegen Casper en Christine hoe ze de verduurzaming van hun monument hebben aangepakt.

Waarom kozen jullie voor een monument?

Christine: “We waren vooral op zoek naar een groot stuk grond. Ik heb paarden en die geef ik graag een plek op mijn eigen grond. Casper was ook gek van het pand, juist omdat er zoveel aan te doen was. Het gaf ons de kans om volledig vanaf de grond te beginnen, met daarin meegenomen het herstel van de monumentale waarde.”

Hoe troffen jullie het pand aan?

Casper: “In 1971 was het pand voor het laatst verbouwd. Bij deze verbouwing was alles dat met de oorsprong te maken had afgetimmerd. Het glas-in-lood en de monumentale deuren waren afgetimmerd en een deel van de kozijnen was vervangen door hardhout. Toen we het aantroffen regende het binnen, alles lekte en het had vier jaar lang leeg gestaan.”

Een enorme klus. Waar begonnen jullie?

Casper: “Het pand moest volledig verbouwd worden. Daarnaast hielden we ons altijd al bezig met duurzaamheid, dus konden we in onze ogen het net zo goed meteen goed doen. Maar het verduurzamen van een monumentaal pand kan een uitdaging zijn.” Christine: “Daarom hebben we een restauratie architect in de hand genomen die echt verstand heeft van duurzaam verbouwen.”

Welke maatregelen hebben jullie getroffen?

Zoveel als mogelijk! Om het even op te sommen:

  • Muurverwarming was geen optie, daarom hebben we gekozen voor smart radiatorknoppen. Zo worden alleen specifieke ruimtes verwarmd, zonder dat al het warme water door alle radiatoren hoeft te gaan.
  • Er is een stuk plat dak, om deze goed te isoleren moest deze verhoogd worden. Maar dit mocht niet zichtbaar zijn vanuit de straat. Daarom is het middelste deel verhoogd en is er een binnengoot aangelegd.
  • Al het lood van de glas-in-loodramen is met loodkit bijgewerkt om tocht tegen te gaan. Dat was nodig omdat de oorspronkelijke afdichting van zand en lijnzaadolie vergaat over de tijd.
  • Met een Metal Stud-wand hebben we de buiten muren aan de binnenkant dikker gemaakt. Er staat al een spouwmuur van 10 centimeter, maar daartegenaan is nog 10 centimeter Metal Stud geplaatst met daarin isolatiemateriaal.
  • Een aantal van onze regenwaterafvoeren loopt recht de sloot in, om het riool minder te belasten. Daarnaast hebben we ook watertonnen, zoals op de foto hiernaast te zien is. In totaal kunnen we 3.000 liter water opvangen.
  • Er zijn achterzetramen gezet bij alle glas-in-loodramen!
  • Het dak is opnieuw geïsoleerd, hierop zit nu een 8 cm isolatielaag.

Over welke maatregel zijn jullie het meest tevreden?

Casper: “We zijn heel erg blij met de achterzetramen bij het glas in lood. Er zijn veel achterzetramen te vinden, alleen die zijn van plastic. Samen met een lokaal bedrijf hebben we binnen een extra ruit kunnen maken, die je vanaf buiten sowieso niet ziet. Maar ook vanaf binnen valt het alleen op als je er echt goed naar gaat kijken. Het is dus mooi weggewerkt, maar levert ook veel op!”

Het was vast niet allemaal makkelijk. Welke uitdagingen kwamen jullie tegen?

Casper: “Er zijn wel een paar obstakels die we hebben overwonnen. Nummer één is het feit dat de kamers in een monument vaak een meter hoger zijn. We hebben daardoor veel meer kubieke meters die verwarmd moeten worden, zes jaar geleden kon een waterpomp dat nog niet aan. Daarom hebben we, jammer genoeg, nog een cv-ketel. Ook konden we geen tripleglas plaatsen. In de kozijnen moest grenenhout teruggeplaatst worden en er moest monumentenglas gebruikt worden. Monumentenglas is dubbel glas, waarin de buitenste ruit op de traditionele manier is ‘getrokken’. Hierdoor heeft het het een onregelmatig oppervlak.”

Hebben jullie het dak ook aangepakt?

Christine: “Jazeker! Maar hier hadden we echt een goede blik van de architect nodig. Als we het dak het meest effectief wilden isoleren dan moest er 15 centimeter opgelegd worden.” Casper: “Maar dat was teveel, het aanzicht van het dak zou dan veranderen. Daarom zijn uiteindelijk de boeiboorden met acht centimeter verhoogd, we behaalden hiermee niet het maximale effect. Maar wel een deel!”

Genoeg uitdagingen dus, maar wat was de algemene ervaring?

Christine: “We zijn nog steeds grote voorstanders van verduurzamen!” Casper: “Het allerbelangrijkste was doorzetten, aannemers en bouwvakkers moeten vaak nog aangezet worden om duurzaam bezig te blijven. De makkelijke weg is natuurlijk snel gevonden en vaak niet duurzaam. Maar zolang je doorzet en alles goed opzoekt, dan moet het lukken.” Christine: “Het hoeft ook niet altijd heel duur te zijn! Het eerste wat je tegenkomt is soms heel erg duur. Maar als je de prijzen goed vergelijkt, kom je ook voordeligere opties tegen.”

Wat is jullie tip voor het verduurzamen van een monument?

Christine: “Neem een architect in de hand die verstand heeft van restaureren met een duurzame blik. Zoek altijd deskundig advies, dat scheelt veel tijd, frustratie en moeite!”