Wat doe je met boeken die je uit hebt, maar een ander ook nog gunt? Zet ze in de minibieb! Een boekenkastje bij jou in de buurt, waar iedereen boeken in kan zetten, en uit kan lenen. Die krijgen zo een tweede leven. Is er nog geen minibieb bij jou in de wijk? Dan maak je die gewoon zelf. De boeken komen wel, zo merkte ook Frans van Dillen uit Waalwijk. Zijn minibieb puilt uit. 

Jehova’s getuigen

‘Een meisje uit Oradour’ van Michele Claire Lucas. ‘Scheiden voor beginners’. ‘Infectie’ van Joshua Spanogle. ‘De rattenvanger van Hamelen’. Het staat er allemaal en dicht op elkaar. Een bonte mix van kleuren en genres: van doe-het-zelf-boeken tot wijngidsen. Van spannende bestsellers tot jeugdklassiekers. En wat ligt daar? ‘The World of Suzie Wong’ van Richard Mason uit 1957. “Je kunt het zo gek niet bedenken”, vertelt Frans. “Mijn vrouw zei ‘s: ‘Ik hoef niets meer te kopen, want na een tijdje ligt het hier in het kastje!’ Terwijl hij praat ruimt Frans meteen wat op in de minibieb. “Jehova’s getuigen gooien er een heel pak in. Dat breng ik naar de stort. Het staat nu al hartstikke vol, drie rijen dik.”

Boek delen

De minibieb: soms een groot uitgevallen vogelhuisje tegen de muur of op een paal, soms een complete boekenkast tot aan de grond. Maar altijd een plek waar iedereen gratis boeken kan lenen of ruilen. Het kastje staat in de voortuin, aan de straat of op een andere handige plek. Denk aan een school, buurthuis of kinderopvang. Gewoon bij jou in de wijk dus. De minibieb van Frans staat bij de parkeerplekken tegenover zijn huis, pal naast een lantaarnpaal. “Er moest een naam op het kastje komen. Buurtbewoners dachten mee. Uiteindelijk verzon mijn vrouw de naam ‘Boek delen’. Iedereen stemde voor en iemand uit de buurt bood aan om de naam op het kastje te schilderen.”

Oude ambassade

Frans deed zijn idee voor de minibieb op in Afrika. Na een auto-ongeluk begin jaren 80 besloot hij ontwikkelingswerk te gaan doen met zijn zus. “Enorme reizen maakten we: Mauritanië, Senegal, Gambia, Guinee, Mali. We laadden onze camper helemaal vol met spullen. Aan het begin van de reis kon je er amper in slapen. In Mali verbleven we bij een oude ambassade, zwaar met prikkeldraad omgeven. Daar konden we de camper rustig neerzetten.” De ambassade bleek opgekocht door een Australiër. Die had er een soort campingplaats van gemaakt: “Alle kantoren waren omgebouwd tot hotelkamers. Er zaten veel blauwe baretten en officieren. Genoeg internationale gespreksstof voor alles wat er in heel Afrika gebeurde.”

En dus ook boeken om die gespreksstof levendig te houden. In de lobby van het gebouw stond een boekenkastje. Gasten konden daar boeken lenen en zelf in zetten. “Wij hadden ook boeken bij ons. Die konden we daarin kwijt. Zagen we zelf een leuk boek? Dan namen we dat weer mee. Zo wisselde dat.”

Eikenhouten kast

In 2014 haalde Frans het idee voor de minibieb naar Waalwijk. “We verhuisden hierheen en zijn toen meteen begonnen. Mijn vrouw zei: ‘Zoiets moeten we hier ook hebben. Zet buiten maar een kast neer.’ Ze kende mensen met een eikenhouten kast. Die wilden daar vanaf, dus haalden wij ‘m op. Zo’n kast met rails erin, waarmee je de tv naar voren schuift. Die heb ik verbouwd tot boekenkastje. Een man van verderop doet restauraties. Hij heeft er een mooi dak op getimmerd en de kast waterdicht gemaakt. Mijn vrouw bedacht de naam ‘Boek delen’, en zo staat ie daar al die jaren.” En iedereen is er blij mee: “Zoiets maakt het aangenaam voor de mensen in de buurt. En het gaat afval tegen.”

Dag en nacht

Dat blijkt wel uit de buurtbewoners die de minibieb weten te vinden. Frans veert op van enthousiasme: “Het gaat de hele dag door, ’s nachts ook. Staan ze met een lampje te schijnen.” En niet alleen buurtbewoners komen kijken: “Mensen uit Drunen, Loon op Zand, Kaatsheuvel. Op een gegeven moment spreek ik ze aan. Dan staan ze echt te zoeken bij het kasje en loop ik ernaartoe. ‘Wat zoek je nou eigenlijk?’ Zo raak je in gesprek.” ‘Boek delen’ is al vanaf het begin in trek. Hoe maakte Frans reclame voor zijn minibieb? Hij is stellig: “Door die naamstelling. We vroegen iedereen mee te denken over een naam, daarmee ging het rond. Zo kwamen er ook in no-time volop boeken in.”

In de regen

Maar er gaat ook wel eens wat mis. Bezoekers trekken dan letterlijk bij Frans aan de bel: “Die vinden het een rotzooi in het kastje. ‘Doen jullie er nog wat aan?’, vragen ze dan. Wij wel, maar sommigen maken de zolder leeg en gooien alles hier in de minibieb. Dan zijn ze er maar vanaf. Dat valt niet meer bij te houden: het betekent een hoop sorteren en weggooien. Ik ruim wat op, maar even later zit het kastje weer vol.” En soms wordt er wel eens wat vernield. Frans zucht: “We verloren veel boeken omdat het kastje telkens om werd gegooid. Als de boeken in de regen liggen, kun je ze weggooien. De bladzijden plakken dan aan elkaar. In al die jaren is het al acht keer gebeurd.” 

Hufterproof

“Soms denk ik: stik de moord! Bekijken jullie het!” Maar ondanks het vandalisme blijft Frans positief. Of eerder dankzij. Hij heeft genoeg ideeën: “Samen met een vriend wil ik een nieuw kastje bouwen, van steen en wat meer beschut neergezet. Hufterproof dus! Misschien groter en hoger, dan kunnen mensen er makkelijk in kijken.” Ook de gebruikers van de minibieb motiveren Frans. Een aantal vaste klanten houdt de boel netjes: “Als er boeken schots en scheef staan, zetten zij die recht. En er wordt genoeg aangevuld en afgehaald. Sommigen nemen meerdere boeken mee, vaak mensen met een eigen boekenkastje. Er zijn er al zo’n vijf in Waalwijk.” 

Wat als iemand de zesde wil worden? Frans geeft tips: “Maak je kastje waterproof. En let op de deurtjes: die zijn het meest kwetsbare onderdeel.” Op internet staan kant-en-klare tekeningen en handleidingen. Maar de motivatie moet vanuit jezelf komen. Nadat hij alles weer netjes heeft gezet, sluit Frans de kastdeurtjes.