“Kijk ernaar, ruik het en proef het.”
Weet je even niet hoe je brood op de plank krijgt? Eten op tafel? Monden gevoed? Het kan iedereen overkomen. Gelukkig is er de voedselbank. Een team van vrijwilligers zorgt voor voedselpakketten voor zij die het nodig hebben. En tegelijk gaat de voedselbank verspilling tegen. Twee vrijwilligers van Voedselbank Waalwijk vertellen erover: “Soms weet je niet of iets kan. Maar dan probeer ik het zelf gewoon uit.”
5 euro per klant
In bijna alle gemeenten in Nederland is wel een voedselbank actief. Van Enschede tot Wassenaar, van Houten tot Waalwijk. Via in totaal 170 voedselbanken in Nederland voorzien 12.000 vrijwilligers meer dan 150.000 mensen van voedselhulp. Iedere week worden zo’n 850.000 producten aan hen uitgedeeld: van groente tot zuivel, van pindakaas tot taaitaai. Per jaar gaat het om 74 miljoen euro aan levensmiddelen. Het kost een voedselbank ongeveer 5 euro per pakket om één klant te helpen. Arjan van Voedselbank Waalwijk doet zijn best om het verhaal van de voedselbank te verspreiden. “We krijgen regelmatig geïnteresseerden op bezoek. Sommigen zijn verbaasd dat dit bestaat. Ze hadden nog nooit van de voedselbank gehoord.”
Ontiegelijk blij
Met een team van 60 vrijwilligers helpt Voedselbank Waalwijk 90 gezinnen in de gemeente. En dat zijn uiteenlopende mensen. Arjan is hier nu zes jaar voorzitter: “In het begin sprak ik veel met klanten. Ik vroeg hoe ze in deze situatie terecht waren gekomen. Dan hoor je schrijnende verhalen. Zzp’ers die in de financiële crisis belandden. Stellen die gaan scheiden en voor allerlei kosten komen te staan. Mensen die onverwacht hun baan verliezen. Of die gewoon een ongelukkige keuze maken en in de problemen raken. Zo komen mensen in de schuldsanering en dat kan iedereen gebeuren. Voorheen genoeg te besteden, en ineens niets meer. En al die mensen zijn dan ontiegelijk blij met de voedselbank: ‘Jullie geven mijn gezin eten, want ik kan het niet betalen.’”
Goede contacten
De aanvoer van levensmiddelen bij de voedselbanken is goed geregeld. “Dat loopt centraal via Voedselbanken Nederland, onze koepelorganisatie”, vertelt Anne-Mieke. Zij is coördinator van de vrijwilligers en verzorgt de pr. “Maar vooral in de regio wordt geweldig aan ons gedacht.” Arjan vult aan: “We hebben goede contacten met het bedrijfsleven. Veel partners uit de food-industrie, maar ook supermarkten met een distributiecentrum hier. Restpartijen of partijen die tijdens productie bijvoorbeeld verkeerd etiketten hebben gekregen, worden niet vernietigd. Als voedselbank krijgen we deze aangeboden, en daar zijn we natuurlijk erg blij mee. Zo vinden retailers goed de weg naar de voedselbanken.
Versproducten
Maar wat er vanuit de winkels zelf binnenkomt, is een ander verhaal. “Wat ze over hebben, zetten zij tegenwoordig in de schappen met een sticker erop. Hun klanten krijgen daar korting op. Maar wij krijgen daardoor minder aangeleverd.” Anne-Mieke vertelt over de uitdaging met versproducten: “Alles wat lang houdbaar is, kan de supermarkt dus ook lang in de winkel houden. Maar versproducten hebben een korte houdbaarheidsdatum. Twee dagen voor de uiterste verkoopdatum gaan die naar de voedselbanken. Aan ons de uitdaging om ze zo snel mogelijk bij onze klanten te krijgen.” Arjan voegt eraan toe: “Komt er te weinig verse groente binnen? Dan kunnen we altijd terugvallen op bijvoorbeeld een tomatenkweker of broccoliteler uit de regio.”
Na aankoop
Slimme oplossingen, maar waar begint dan de voedselverspilling? Volgens Voedselbanken Nederland werd in 2017 omgerekend 34 kilo per huishouden weggegooid. Zet dat af tegen de 55 miljoen producten die de voedselbanken binnenkregen. Dat lijkt veel, maar het is slechts twee procent van wat we totaal aan voedsel weggooien in Nederland. De meeste verspilling gebeurt dus na aankoop, bij de mensen thuis. Hoe kunnen we dat met z’n allen tegengaan? Anne-Mieke heeft daar wat ideeën over. “Maak een boodschappenlijstje: bedenk wat je elke dag eet en wat je daarvoor nodig hebt. Koop alleen dat en houd je aan het briefje. Heb je later toch over? Vries het in en gebruik het opnieuw. Of maak aan het einde van de week een jachtschotel met alle restjes.”
Testen met invriezen
Hoe gaan Arjan en Anne-Mieke zelf om met voedsel? Arjan vertelt dat hij van alles uitprobeert, bij de voedselbank en thuis. Zo vriest hij regelmatig producten in. Na een week test hij dan hoe het smaakt. “Soms weet je niet of dat kan, bijvoorbeeld met toetjes. Dan probeer ik het thuis gewoon uit. Na een week in de vriezer ontdooi ik die toetjes en proef ik ze.” Arjan is duidelijk in wat hij zelf doet en wat bij de voedselbank kan. “Natuurlijk moeten wij ons aan strenge regels houden. Koop je zelf iets in de winkel, dan kun je veel meer dan wij mogen. Maar we geven toch regelmatig de praktische tip die van alle tijden is. Je kunt producten vaak langer gebruiken dan op de verpakking staat. Kijk ernaar, ruik het en proef het.”
Wil je weten hoe jij Voedselbank Waalwijk kunt steunen? Kijk op voedselbankwaalwijk.nl
Tips tegen voedselverspilling
- Maak thuis een boodschappenlijstje van wat je nodig hebt. Zo haal je geen eten in huis dat je nog hebt liggen, en je doet minder impulsaankopen.
- Bewaar een tas voor je boodschappen in de voorraadkast. Ga je naar de winkel? Dan zie je wat je al in huis hebt en koop je niet te veel.
- Bedenk voor het boodschappen doen hoeveel je van iets nodig hebt. Een kilo appels is makkelijk, maar misschien heb je aan drie appels genoeg?
- Bewaar een extra portie eten of kliekjes op de juiste manier: luchtdicht en meteen de koelkast of vriezer in!
- Bedenk voor een hele week wat je gaat eten, maar laat aan het eind een dag open. Maak op die dag bijvoorbeeld een jachtschotel van de restjes.
- Een restje van de ene maaltijd kan een heel andere maaltijd opleveren. Denk aan een goed gevulde soep, omelet of tortilla, salade, pasta.
- Kook op maat en meet vooral je porties pasta, rijst en aardappelen. En heb je toch over? Vries het in en gebruik het later opnieuw.
- Ruim elke maand de voorraadkast op. Iets bijna over datum? Eet het op of geef het weg. Ook mooi: je weet weer precies wat je in huis hebt.