Vragen en antwoorden

Op deze pagina vind je een overzicht van vragen en antwoorden over windmolens en zonnevelden in de gemeente Waalwijk. Staat het antwoord op jouw vraag er niet bij? Stel hem dan gerust via duurzaam@waalwijk.nl. 

Algemene vragen

Waarom wil de gemeente windmolens en zonnevelden?

De gemeente Waalwijk wil zich duurzaam ontwikkelen en overgaan naar een klimaatneutraal en klimaatbestendig Waalwijk in 2043. Concreet betekent dit dat we ernaar streven dat onze CO2-uitstoot 2 in 2030 met 49% is beperkt ten opzichte van het niveau van 1990. En we streven ernaar dat in 2043 onze CO2-uitstoot nagenoeg nul is of dat de nog aanwezige uitstoot is gecompenseerd.

Een groot deel van de beoogde CO2-reductie bereiken we door energie te besparen en de energie die we nog nodig hebben duurzaam op te (laten) wekken. In 2030 hebben we 50% van ons elektriciteitsverbruik duurzaam opgewekt en een besparing gerealiseerd van 15% ten opzichte van 2018. 

Dit betekent dat dan minimaal 215.500 MWh aan elektriciteit duurzaam moet worden opgewekt. Om dit mogelijk te maken kiest de gemeente voor het op grote schaal opwekken van zonne- en windenergie. 

Landschap en uitzicht

Hoe hoog worden de windmolens?

De maximaal toegestane hoogte van een windmolen, de tiphoogte, is 255 meter. De maximale ashoogte is 170 meter. Zie ook de illustratie op pagina 14 van de Beleidsvisie Grootschalige Opwek Duurzame Energie

Kunnen de windmolens in één rij worden geplaatst?

Het staat nog niet vast waar binnen de vastgestelde plaatsingszones de windmolens precies komen te staan en in welke opstelling. In de Beleidsvisie is opgenomen dat voor Windpark Buitenpolders, in het gebied van de Bovenkerkse- en Sprangse Polders, de windmolens op één enkele rij of in een regelmatige clusteropstelling dienen te staan. Een regelmatige clusteropstelling is een cluster bestaande uit twee evenwijdige rechte lijnen. De windmolens staan daarin op regelmatige en herhalende afstand van elkaar. 

Hoe lang blijven de windmolens staan?

De windmolens mogen maximaal 25 jaar in bedrijf zijn. In de Beleidsvisie is de volgende randvoorwaarde opgenomen. "Een vergunning voor windmolens en zonnevelden geldt voor een periode van maximaal 25 jaar vanaf het moment van inwerkingtreding van de omgevingsvergunning. Daarna moeten de installaties voor de energieopwekking weer verwijderd worden." Naar aanleiding van een wijziging in de Omgevingsverordening van de provincie Noord-Brabant per 1 januari 2024 wordt het moment wanneer de 25-jaarstermijn begint te lopen gekoppeld aan de start van exploitatie. 

Gezondheid

Welk effect hebben de windmolens op de gezondheid van omwonenden?

Uit onderzoek blijkt dat vooral geluid bepalend is voor het effect op de gezondheid en daarmee voor de locatiekeuze. Dit effect is uitgebreid beschreven in het planMER en de gemaakte keuzes zijn toegelicht in de Beleidsvisie. Voor het thema Gezondheid en windmolens is in de afgelopen jaren regelmatig aandacht geweest. Op 12 juli 2022 is in Waspik een aparte themabijeenkomst daaraan gewijd. Daarnaast heeft de GGD op verzoek van de gemeente ook een advies over gezondheid uitgebracht. Deze adviezen heeft de gemeente op alle hoofdlijnen overgenomen. 

Hoe zorgt de gemeente ervoor dat geluidsoverlast beperkt wordt?

Door de gestelde kaders in de Beleidsvisie, een zorgvuldig vergunningproces en een passende handhaving kan de hinder tot een minimum beperkt worden. Een overzicht is gemaakt van extra maatregelen om geluidsoverlast verder te beperken:

  • Een stand op de windmolen om geluid te reduceren;
  • Een nachtmodus; 
  • Een voorziening waarmee de windmolen stilgezet kan worden.

In de Beleidsvisie is vastgelegd dat de geluidbelasting van de windmolens op de buitentgevel van omliggende woningen gemiddeld per jaar nooit meer mag zijn dan Lden 45 dB en Lnight van 39 dB. Dit is in lijn met de adviezen van de GGD en strenger dan de normen die tot voor kort in Nederland werden gehanteerd (De afkorting Lden staat hierbij voor Level day-evening-night, het gemiddelde over een dag. Lnight is de norm voor de nacht). 

Verder is in de Beleidsvisie vastgelegd dat windmolens geen tonaal geluid (brom- of fluittoon) mogen produceren. De geluidsbelasting is niet hoger dan wat de huidige windturbines rondom het Ecopark nu produceren. Voorafgaand aan de bouw voert de gemeente een nulmeting uit naar het al aanwezige geluid in de omgeving. De locaties van de meetpunten zullen te zijner tijd worden vastgesteld in overleg met de direct omwonenden van het beoogde windpark. 

Is er sprake van meer tonaal geluid bij grotere windmolens?

De grootte van een windmolen heeft geen invloed op de aanwezigheid van tonaal geluid (brom- of fluittonen). Een tonaal geluid is ‘niet normaal’ en wordt veroorzaakt door een defect van de turbine. Dit kan bij zowel grotere als kleinere windmolens voorkomen. In de Beleidsvisie is vastgelegd dat een windmolen geen tonaal geluid (brom- of fluittoon) mag produceren. In de nog te verlenen vergunningen zal een voorschrift worden opgenomen dat voor tonaal geluid een toeslag tot maximaal 6 dB extra wordt gehanteerd. Hierdoor is handhaven van de geluidsnorm op het punt van tonaal geluid mogelijk. 

Wat is de invloed van slagschaduw op de gezondheid van omwonden?

Uit onderzoeken blijkt geen effect van de slagschaduw van de draaiende rotor op de gezondheid. Wel is bekend dat slagschaduw als (zeer) hinderlijk wordt ervaren. Om de negatieve invloed op de leefomgeving te beperken is daarom in de Beleidsvisie opgenomen dat per jaar maximaal 6 uur slagschaduw is toegestaan op de gevel van een woning. De gemeente streeft daarbij naar 0 uur per jaar. Een exploitant dient gedurende het jaar een slagschaduw logboek bij te houden. Op overtreding van de afgesproken maximale geluids- of slagschaduwnorm(en) dienen aanpassingen uitgevoerd te worden om binnen de normen te blijven. Als dit niet tot het gewenste resultaat leidt kan uiteindelijk de installatie worden stilgelegd. 

Natuur

Wat is de impact van de windmolens op het natura-2000 gebied in de omgeving en op de rest van de natuur?

De plaatsingszones voor windenergie bevinden zich buiten natura-2000 gebieden en het Natuurnetwerk Brabant. Afhankelijk van de afstand tot dit soort natuurgebieden kan er een negatieve invloed op de natuurkwaliteit ontstaan, bijvoorbeeld op beschermde leefgebieden, planten of dieren. Dit is uitgebreid onderzocht in het planMER. Op basis daarvan is uiteindelijk het Voorkeursalternatief (VKA) vastgesteld. Waar significante effecten niet kunnen worden uitgesloten moet de initiatiefnemer hier aanvullend onderzoek naar laten doen. Aanvullende vervolgstappen en aandachtspunten zijn daartoe vastgelegd, zoals onder andere in het Rapport Veldonderzoek Vogels en vleermuizen.

Lusten en lasten

Hoe wordt er gezorgd dat de lusten lokaal benut worden en niet bij energiemaatschappijen elders in het land terecht komen?

De eigenaren van de windmolens bepalen hoe de lusten verdeeld worden. Daarom heeft de gemeente als eis opgenomen dat de meerderheid van het eigendom, tenminste 50%, lokaal moet worden ingevuld. Daarnaast moet elk windpark of zonneveld financieel bijdragen aan een Omgevingsfonds waaruit duurzame projecten en andere initiatieven in het gebied kunnen worden gefinancierd. Een windpark is ook verplicht de direct omwonenden te compenseren. Daarmee komt het grootste deel van de lusten ook terecht in de omgeving van het project (Zie: Beleidsvisie, p. 33 e.v.). 

Hoe wordt waardevermindering van woningen en tuin- of landbouwpercelen tegengegaan of gecompenseerd?

Belanghebbenden zoals omwonenden of aanliggende grondeigenaren die nadeel verwachten te ondervinden van een gemeentelijk besluit kunnen een verzoek om nadeelcompensatie indienen. Zo’n verzoek om ‘planschade’ kan worden ingediend binnen 5 jaar nadat een schadeveroorzakend besluit onherroepelijk is geworden. Met de inwerkingtreding van de Omgevingswet heet dit voortaan nadeelcompensatie. De verplichting tot vergoeding van planschade zal door de gemeente worden opgelegd bij ontwikkelaars. 

Is het mogelijk dat woningen kunnen worden geïsoleerd ter compensatie voordat de windmolens worden geplaatst?

Een bijdrage voor het isoleren van woningen is een voorbeeld van een maatregel die initiatiefnemers kunnen opnemen in hun projectplannen die de gemeente zal beoordelen. Daarnaast bestaat er de mogelijkheid om een bijdrage te verstrekken uit het Omgevingsfonds. Het Omgevingsfonds wordt een fonds voor duurzame projecten in de omgeving, dat financieel wordt gevoed vanuit de exploitatie van het windpark of zonneveld. Het onafhankelijk bestuur van de stichting die het Omgevingsfonds gaat beheren bepaalt voor welke projecten het Omgevingsfonds wordt gebruikt. 

Krijgen de inwoners/omwonenden net buiten de 750 meter ook de lusten wanneer ze ook de lasten hebben?

De Omwonendenregeling is in ieder geval bestemd voor mensen die binnen een afstand van 750 meter van een te bouwen windmolen wonen. We sluiten niet uit dat omwonenden die op meer dan 750 meter afstand wonen ook aanspraak kunnen maken op een Omwonendenregeling. Het is aan de initiatiefnemers en de lokale eigenaren om in hun initiatief een voorstel op te nemen, waarin staat in welke mate omwonenden die op meer dan 750 meter afstand wonen aanspraak kunnen maken op een vergoeding. De gemeente zal dit soort voorstellen meewegen in de beoordeling van ingediende initiatieven. 

Hoe kunnen mensen met een kleine beurs geholpen worden met de windmolens?

We snappen dat niet iedereen de financiële ruimte heeft om te participeren in een windproject. In de Beleidsvisie is opgenomen dat bewoners die geen mede-eigenaar van een windpark of zonneveld willen of kunnen worden, ook gelegenheid moeten krijgen om financieel te participeren. Bijvoorbeeld in de vorm van het deelnemen aan een energiecoöperatie, wat de financiële drempel om hieraan deel te nemen kan verlagen. Initiatiefnemers en de lokale eigenaren moeten een voorstel hiervoor opnemen. De gemeente zal dit soort voorstellen meewegen in de beoordeling van ingediende initiatieven. Daarnaast kunnen inwoners van het Omgevingsfonds profiteren dat wordt opgericht. Dit fonds kan indien gewenst bijvoorbeeld worden ingezet om inwoners met een kleine beurs te helpen bij het verduurzamen van hun woning. 

Hoe kunnen omwonenden participeren? Hoe kunnen zij mede-eigenaar worden?

In Bijlage 2 van de Beleidsvisie (vanaf blz. 53) is een uitgebreid overzicht opgenomen over de mogelijkheden van Lokaal Eigendom en Financiële Participatie. Lokaal eigendom betekent dat bewoners in de buurt van een windpark of zonneveld en uit de lokale gemeenschap mede-eigenaar zijn hiervan. Het gaat daarbij over zeggenschap over de verdeling van lusten en lasten, verdeling van opbrengsten en collectief eigendom. Het is in eerste instantie aan de initiatiefnemers en de lokale eigenaren om in hun initiatief een voorstel op te nemen dat passend is bij de gestelde voorwaarden. De gemeente zal deze voorstellen meewegen in de beoordeling van ingediende initiatieven. 

Hoelang houdt het lokaal eigendom (of breder: de maatschappelijke meerwaarde) stand?

De gemaakte afspraken blijven gedurende de gehele exploitatieperiode van maximaal 25 jaar van kracht. Het Omgevingsfonds blijft gedurende de looptijd van het project jaarlijks de afdracht ontvangen. Ook het participeren in het lokaal eigendom blijft gedurende de gehele looptijd bestaan. 

Selectieproces

Welke criteria gaat de gemeente toepassen bij de selectie van een plan en hoe wordt bepaald hoe zwaar ieder criterium wordt meegewogen?

Momenteel worden de criteria verder uitgewerkt. De basis daarvoor is opgenomen in de Beleidsvisie. Dit zijn in ieder geval:

  • energieopbrengst,
  • geluidsbelasting omwonenden,
  • slagschaduw omwonenden,
  • landschappelijke kwaliteit,
  • natuurversterking (mitigatie en/of compensatie),
  • Omwonendenregeling,
  • Omgevingsfonds,
  • lokaal eigendom en financiële participatie,
  • organisatie en lokale invulling,
  • overige maatschappelijke meerwaarde. 

De uitgangspunten voor deze criteria vindt u terug in de Beleidsvisie (Zie: Beleidsvisie p.38 en verder). Het overzicht uit de Beleidsvisie wordt aangevuld met de input zoals geleverd tijdens de participatieavond op 11 juni 2024. Verder willen we in de uitwerking een wegingsfactor opnemen hoe zwaar ieder criterium wordt meegewogen. Een en ander wordt opgenomen in een Selectieleidraad. 

Wordt de mogelijkheid gegeven om de criteria voor de windparken te toetsen bij de omgeving voordat deze definitief worden?

Ja, de gemeente wil de selectieleidraad voordat deze definitief wordt nog toetsen met de omgeving. De vorm daarvoor moet nog worden bepaald. 

Rol van de gemeente

De gemeente heeft verschillende rollen/belangen in deze ontwikkeling. Hoe worden deze door de gemeente gescheiden?

De gemeente heeft in deze ontwikkeling 3 verschillende rollen/belangen, dit vereist een grote zorgvuldigheid van de kant van de gemeente. Met name waar het de publieke rol van de gemeente betreft als vergunningverlener en procesbegeleider over waar en onder welke voorwaarden wind- en zonne-energie mag worden ontwikkeld in relatie tot de privaatrechtelijke rol van de gemeente als uitgever van grond én concurrerende windexploitant of mogelijk risicodragende deelnemer in windpark(en). 

Om de belangen te scheiden is onderzoek gedaan naar het oprichten van een ontwikkelmaatschappij, die los van de gemeente (maar wel namens de gemeente) de gebiedsontwikkeling aanhoudt. Wat betreft de mogelijkheden, implicaties en randvoorwaarden ingeval wij als gemeente zelf windturbines zouden gaan realiseren op Haven 8 Oost en mogelijk willen participeren in projecten van andere initiatiefnemers hebben wij juridisch advies ingewonnen (Zie: Raadsinformatiebrief 026-23, 14 maart 2023). 

Wat doet de gemeente met mijn input?

De gemeente maakt altijd een afweging tussen verschillende belangen. Alle input wordt daarbij meegenomen. Niet alle individuele wensen kunnen ingewilligd worden. Soms weegt het collectief belang zwaarder dan het individuele belang.

Kan ik nog bezwaar maken tegen de plannen?

Ja, dat kan. Om de plaatsing van windturbines mogelijk te maken is onder meer een aanpassing van het omgevingsplan en de verlening van een omgevingsvergunning nodig. 

Zodra deze besluiten genomen zijn is bezwaar of beroep mogelijk, dat is wettelijk geregeld. De uitwerking van het omgevingsplan en de omgevingsvergunning wordt opgestart zodra een keuze is gemaakt voor het initiatief waaraan de gemeente planologische medewerking wenst te verlenen. 

Tegen het besluit van de raad tot vaststellen van de Beleidsvisie is geen bezwaar mogelijk omdat een Beleidsvisie geen publiekrechtelijke rechtsgevolgen heeft.